Elk vak kent zijn jargon en benamingen van (bijzondere) gereedschappen.

Natuurlijk weet iedereen wat een 'leest' is, het is de metalen steun waarover de schoen wordt geschoven zodat de schoen, goed gesteund, kan worden gerepareerd.
Ook een wetsteen is voor de meesten wel bekend. Het is het stukje steen waarop een vakman zijn gereedschap na het slijpen kan wetten.

Het wordt voor sommigen al wat moeilijker als we het hebben over een ' els'. Een els is een handgereedschap waarmee de schoenmaker gaten (voor)prikt in leer om het daarna te kunnen naaien.

En weet u wat een 'tinames' is? Dat is het meestgebruikte mes in de schoenmakerij en wordt gebruikt voor het snijden of schalmen van zowel leder als rubber.
Om maar niet te spreken van een ritsbeentje....


Net zoals bij andere oudere ambachten kent ook de schoenmakerij spreuken en gezegdes. Hieronder treft u er een aantal.
Kent u er meer? Mail me graag!

wikipedia: schoen


Spreuken en Gezegdes
  • Stevig in je schoenen staan:
  • Op een schoen en een slof aankomen: slordig of armoedig gekleed aankomen;
  • De stoute schoenen aantrekken: zich vermannen;
  • met loden schoenen gaan: met een bezwaard hart, met tegenzin;
  • Wie de schoen past, trekke hem aan: wie zich schuldig voelt moet zich het gezegde maar aantrekken
  • Schoenmaker blijf bij je leest: je bij je vak houden
  • Dat gaat over hoge schoenen: dat gaat te ver
  • Hij staat vast in zijn schoenen: hij is zeker
  • Hij is op een schoen en een slof hier gekomen: als een armoezaaier
  • Zijn oude schoenen weten het wel: hij wist het al lang
  • Men moet geen oude schoenen weggooien voor men nieuwe heeft: men moet het zeker niet opgeven voor het onzekere
  • Hij gaat niet recht in zijn schoenen: hij bewandelt niet de rechte weg
  • Dat lap ik onder mijn schoenen: daar hou ik geen rekening mee
  • Hij loopt in zijn schoenen te sterven: hij ziet er heel erg slecht uit
  • In nauwe schoentjes zitten: het moeilijk hebben
  • Hij loopt naast zijn schoenen: hij is verwaand
  • Alles in de schoenen gooien: van alles de schuld geven
  • Het loopt ons over de schoenen: het wordt te erg!
  • Een vrouw op de veter nemen: met een vrouw vrijen
  • Weten waar de schoen (hem) wringt: weten waar de moeilijkheid zit;
  • Iemand iets in de schoenen schuiven: iemand ten onrechte van iets beschuldigen;
  • Niet graag in iemands schoenen staan: niet graag in zijn plaats staan;
  • Niet recht in zijn schoenen staan: niet volkomen eerlijk te werk gaan;
  • Niet vast in zijn schoenen staan: zich niet geheel verantwoord weten; niet weten wat men wil;
  • Iets aan zijn laars lappen: ergens lak aan hebben;
  • Met zevenmijlslaarzen ergens doorheen gaan: in ijltempo iets doen.